Wat zijn celzouten?
Celzouten zijn verkleinde minerale zouten zoals die in onze celen voorkomen. De celzouten zijn vernoemd naar dr. Schlussler die ze ontdekt en ontwikkeld heeft. Deze celzouten werken niet alleen in op uw cellen alleen, maar hebben ook hun uitwerking op uw psychische gesteldheid. Elk individuele celzout heeft haar specifieke invloed op uw psyche. Bijvoorbeeld u hebt een ijzer tekort. Het celzout dat daarbij hoort is Ferrum Phosforicum, dit celzout geeft u o.a. zelfvertrouwen en daadkracht. U raakt minder snel geïrriteerd en tevreden voelen. De lichamelijke kenmerken van een ijzer tekort zijn: hoofdpijn, vermoeidheid, concentratiestoornissen, rode ogen, angina, en oorsuizen. Verder helpt het bij het eerste stadium te onderdrukken van ontstekingen en spierpijn. Celzouten spelen een zeer belangrijke rol in het ontgiften en afvoeren van gifstoffen in de cellen en het bindweefsel van u lichaam. Celzouten helpen deze structuren weer op te bouwen.
Hoe weet je dat er een tekort aan celzouten is?
Er zijn twee manieren, de eerste manier is via een vraaggesprek naar uw klachten. De tweede manier is via de zogenaamde gezichtsanalyse. Uw huid toont ons, via soms subtiele kleurverschillen en haar rimpels welke celzouten er te kort zijn. Alle zevenentwintig celzouten hebben hun eigen landkaart in ons gezicht. Als we kijken naar een ijzer tekort dan laat ons gezicht het volgende zien: donker gekleurde maantjes aan de buitenzijde van de neusbrug, onze oren, wangen en voorhoofd zijn vaak rood verkleurd. Wij combineren de beide methoden om meer zekerheid te verkrijgen betreffende uw eventuele celzout tekorten.
Hoe werken de Dr. Schlussler celzouten?
Celzouten bestaan uit mineralen en dit bestaan weer uit positieve en negatieve ionen (elektrisch geladen deeltjes). De biologische werkzaamheid van de mineralen ligt in de elektrische lading. De belangrijkste ionen met een positieve lading zijn Kalium, Calcium, Natrium en Magnesium. Negatief geladen ionen zijn de Chloriden, Fosfaten en Sulfaten. Het elektrische evenwicht in de lichaamsvloeistoffen wordt hersteld, doordat de positieve en negatieve ionen met elkaar in evenwicht komen. Wanner het lichaam nieuw weefsel wil opbouwen, dan heeft het behalve eiwit ook voldoende Kalium nodig. Kaliumionen activeren de celstofwisseling. Onze lichaamscellen bevatten 60 maal zoveel Kalium als het milieu buiten de cel. Natrium daartegen heerst als positief geladen ion over de vloeistof buiten de cellen. Het is de tegenspeler van kalium en houdt het zuur-basen-evenwicht in stand. Wordt dit evenwicht verstoord dan treden typische ziektebeelden op, die te maken hebben met een verstoord zuur-basen-evenwicht. Door het toevoegen van “de te zwak functionerende” mineralen kan men hier bijsturen en het natuurlijke evenwicht herstellen.